Volg ons

YuoTubeicon facebook-logo


  

Iets voor u?

Reclamebureau of een grafisch
ontwerper nodig? U wilt een logo,
huisstijl, brochure, visitekaartje of 
website laten maken? 
Neem gerust eens een kijkje in
onze portfolio.  

 

AdvertentiePassie


 

 

Nederlandse vertaling rasbeschrijving WP&CS

Dit is de Nederlandse vertaling van de rasbeschrijving van het moederstamboek. Een vertaling brengt ook interpretatie met zich mee en daarom kan het voorkomen dat de Nederlandse woorden niet geheel de Engelse begrippen dekken; onder alle omstandigheden is de rasbeschrijving van het moederstamboek leidend.

 

Algemene omschrijving Welsh Pony

Sectie A’s (Welsh Mountain Pony) is hard, levendig en ponyachtig en wordt niet groter dan 121,9 cm. Sectie B’s (Welsh Pony) is gelijkvormig aan de sectie A’s, maar heeft meer maat (niet groter dan 137,2 cm) en heeft meer rijponykwaliteiten. De Sectie C’s zijn de Welsh Pony’s met Cob type; de Sectie D is de Welsh Cob. Het enige verschil tussen Sectie C en D is de maat; de Sectie C is niet groter dan 137,2 cm. De Sectie D is bij voorkeur groter dan 137,2 cm. en kent geen maximummaat. 

  

Welsh Pony met  Cob Type en de Welsh Cob - resp. Secties C en D. 

De Sectie C niet groter dan 137,2 meter. De Sectie D bij voorkeur groter dan 137,2 cm. en kent geen maximum maat. De Welsh Pony met Cob type, Sectie C, is een goede tegenhanger van de Welsh Pony en deze Sectie is in heden en verleden sterk beïnvloed door de Cobs. Hun echte waarde als veelzijdigheidpony is volledig tot zijn recht gekomen in de laatste decennia en het aantal Sectie C’s is sterk stijgende. Actief, vast ter been en hard zijn ze geschikt voor meerdere doeleinden zowel door kinderen als ook door volwassenen. Idem als bij de andere Secties, zijn de C’tjes van nature beste springers en excelleren ze in tuig. Er zijn geen paardensporten denkbaar waarvoor ze niet kunnen worden gebruikt. De hoogte mag niet groter zijn dan 137,2 cm. Treffend beschreven als de beste rijpony en aangespannen pony ter wereld, hebben de Welsh Cobs zich in de afgelopen eeuwen ontwikkeld als moedige pony’s, geschikt voor aangespannen werk met een groot uithoudingsvermogen. De Sectie D kenmerkt zich door kracht, hardheid en geschiktheid voor alle doelen. Het hoofd laat veel kwaliteit zien met ponyuitstraling; grote prominente ogen; een breed voorhoofd en kleine goed geplaatste oren. Het lichaam moet diep zijn op sterke benen met goede ontwikkelde en harde gewrichten; goed ontwikkelde platte pijpen met veel bot. De actie is recht, vrij en krachtig; de voorbenen moeten worden gebogen en het gehele voorbeen moet vanuit het schouder naar voren worden gebracht zover als mogelijk is in alle gangen, met de achterbenen krachtig gebogen zorgend voor veel stuwkracht. De Welsh Cob is een goed jachtpaard en staat zijn mannetje in alle takken van de paardensport. In recente jaren met veel succes uitgebracht voor de wagen. Hun capaciteiten zijn oneindig; bij voorkeur groter dan 137,2 cm.; er is geen maximummaat. 

 

Algemeen voorkomen: sterk, hard en actief, met pony uitstraling en zoveel mogelijk massa en inhoud;

Kleur: elke kleur behalve platenbont;

Hoofd: vol kwaliteit en pony uitstraling. Een grof hoofd en een ramsneus zijn hoogst ongewenst;

Ogen: groot en moedig, prominent en wijd uit elkaar geplaatst;

Oren: fijn en goed geplaatst;

Hals: lang en goed gedragen; tamelijk dun bij merries, maar met neiging tot een zware manenkam bij volwassen hengsten;

Schouders: krachtig, maar goed schuin naar achter liggend;

Voorbenen: vierkant gesteld en vrij in de elleboog. Lange, sterke onderarmen. De knieën goed ontwikkeld met daaronder veel bot. De koten evenredig van helling en lengte. De voeten goed gevormd en sterke hoeven. In natuurlijke staat is een redelijke hoeveelheid zijdeachtig behang toegestaan, maar grof, draderig haar is absoluut bezwaarlijk;

Middenstuk: rug en lendenen gespierd, krachtig en goed verbonden; diep en goed gesloten;

Croupe: lang en sterk. Een hoekig of afhangend kruis is bezwaarlijk; staart goed aangezet;

Achterbenen: sterke en bespierde schenkels. De spronggewrichten moeten groot, plat en droog zijn met duidelijk afgetekende hakken, die niet naar binnen of buiten bewegen. Het achterbeen niet te veel gebogen. De hak mag niet achter een lijn staan die loopt van de zitbeenknobbel naar de kogel. De koten evenredig van helling en lengte. Voeten goed gevormd sterke hoeven;

Beweging: vrij, correct en krachtig. In draf moet de knie gebogen worden en het hele voorbeen moet recht vanuit de schouder en zover mogelijk naar voren gestrekt worden. Veel buiging in de spronggewrichten, recht en krachtig stuwend onder het lichaam gebracht.

 

© Tekst: www.wpcv.nl